Kapot

Ik groeide op in een kerk die (toen althans) de focus legde op regels en wetten waar je als mens aan moest voldoen om een goed mens te zijn. In woord werd beleden dat we dat helemaal niet konden en dat we volledig afhankelijk waren van het verlossende werk dat Jezus had gedaan en dat daarmee alle zonde weg was en alles goed was gekomen. Maar in het leven van alledag merkte je daar eigenlijk vrij weinig van. Net als in de wereld om ons heen werd de ander voortdurend gemeten met de allerhoogste maat en voortdurend te licht bevonden: wat je ook deed, het was nooit goed genoeg.

En ja: als je de bijbel leest, gaat het ook wel voortdurend over gebroken mensen die er continu een potje van maken. Maar het gaat ook over de God die zonder ophouden en zonder daar moe van te worden, elke keer weer de kans biedt tot herstel. Het gaat over een God die Zijn schepping en Zijn kinderen tegemoet treedt met de allergrootste liefde die je je maar voor kunt stellen en altijd weer -wat we ook hebben misdaan en hoe enorm we het ook verprutst hebben- zegt: Kom maar hier, het is goed.

Dat vinden wij mensen lastig, ikzelf niet uitgezonderd. Als mens willen we toch vaak genoegdoening voor de dingen die misgingen, de dingen die de ander ons misdeed en gaan we steigeren van het idee om gewoon genade te verlenen. We laten dingen niet graag los, houden graag controle en vatten dat dan in een systeem waarbij we kunnen wegen: dit is wel goed en dit niet. Kijkend naar de kerk is dat waar we al te vaak in terecht komen: je bent een goed christen als je dit-en-dat gelooft en zus-en-zo doet. En als je daarvan afwijkt, ben je een slecht christen of zelfs een slecht mens. En maar al te snel word je dan buiten de groep gesloten: je voldoet niet en daarmee hoor je er niet (langer) bij of kom je simpelweg niet binnen.

En dan is daar Jezus, zo rond het begin van onze jaartelling, en die vertelt een heel ander verhaal. Of eigenlijk vertelt Hij hetzelfde verhaal als waar het allemaal mee begon: Je bent goed zoals je bent en je bent geliefd. Je maakt er vaak een potje van, maar je bent goed zoals je bent en Ik hou van je.
Als je met die bril gaat lezen in de bijbel, dan zie je dat elk verhaal, elke passage daarvan doordrongen is: dat alles wat wij kapot maken, weer heel kan worden.
En zo mag je leven, niet alleen naar jezelf, maar ook naar de ander. Jezus vatte het samen: Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.

Het klinkt simpel, maar dat is het beslist niet. Want zeg nou zelf: hoe vaak verlies jij je geduld, erger je je aan die ander, vind je dat die ander het helemaal verkeerd doet? Je hoeft maar even rond te kijken op social media, in het verkeer, in de kerk of tijdens gesprekken over politiek en de verwijten van de ene mens naar de andere vliegen je om de oren. Verwijten maken is gemakkelijk. Een ander afstraffen om z’n gedrag is gemakkelijk. De ander niet veroordelen en hem juist liefhebben: dat is een ongelofelijk moeilijke opdracht. En toch krijgen we die.

Het mooie is: als het lukt is dat verreweg het gaafste wat er kan gebeuren. Als het je lukt om al je oordelen opzij te zetten, zoals God dat ook voor ons deed, en die ander te ontmoeten van hart tot hart, dan ontstaat daar iets wat zo ontzettend mooi is en zo ontzettend helend werkt! Iets wat die ander opbouwt, maar ook jouzelf. Water dat gaat stromen in een woestijn. Een woestijn die dan gaat bloeien als een roos.

Dat evangelie is aanstootgevend in z’n pracht, omdat het al onze menselijke maniertjes omver kegelt en er iets voor in de plaats zet wat eeuwig voortduurt. Zullen we liefhebben en heel maken?

 

 

Plaats een reactie