Evenzo jij, vrouw

Als puber van een jaar of veertien dacht ik er serieus over na, de vraag of ik theologie zou gaan studeren. De aanleiding? Ik startte op het gymnasium, waar ik Latijn en Grieks volgde. Er waren maar weinig opleidingen waarvoor deze talen nodig waren en de meeste daarvan vond ik weinig aan. Toeval of niet, maar voor het gros van die opleidingen was Latijn nodig en daar vond ik eigenlijk weinig aan. Grieks was echter een heel ander verhaal en juist de studie waarvoor ik dat nodig zou kunnen hebben, trok aan me.
Ik was een serieus kind, dacht veel na over heel veel dingen en nam m’n geloof uiterst serieus. Al als kind had ik een rotsvast geloof in God en dat verdween niet toen ik de puberteit in ging, (ik schrijf dit overigens niet toe aan eigen prestatie, maar beschouw het nog altijd als een groot kado).
Ik was echter ook een pragmatisch kind en al vroeg stond voor mij vast dat ik -hoe gewoon dat binnen mijn kerk ook was en hoe sterk de verwachtingspatronen daaromtrent in die tijd nog waren- niet alleen moeder en huisvrouw wilde worden, maar ook een beroep uit wilde oefenen. En zeg nou zelf… wat moet je met theologie als je er geen dominee mee kunt worden in de kerk waarin je je bevindt?

Ik liet het idee dus varen en belandde na een opleiding tot beeldend therapeut in de hulpverlening. Kort daarvoor had ik de vrijgemaakte kerk achter me gelaten en was ik terecht gekomen aan de evangelische kant van kerkenland, zoekend naar een verdieping van m’n geloof en m’n relatie met God. Ik ervoer voor mezelf hoe helend Gods liefde is en ontdekte daarmee ook hoe beperkt de hulpverlening is: je kunt mensen ontzettend veel aanreiken, maar juist dat wat vaak oorzaak is voor al hun lijden, kun je niet in orde maken als mens: het gat dat geslagen is als gevolg van het ontbreken of tekortschieten van liefde van ouders of anderen, herstel je als ander mens niet.

Het verlangen om alsnog theologie te studeren kwam terug. Klein probleempje: ik had geen geld voor een studie. Ik bad ervoor en zei tegen God: Mijn besluit staat vast, dus zodra het geld er is, ga ik theologie studeren. En komt het niet, dan maar niet.
Het onvoorstelbare gebeurde: een week later riep mijn baas me bij zich en bood me een salarisverhoging aan. Het was precies wat ik nodig had om een studie te gaan volgen en ik schreef me dus ook gelijk in.
Ik kan me de eerste lesdag nog herinneren alsof het gisteren was: docenten die een inleiding gaven op wat we allemaal zouden gaan leren. Het maakte een waterval in me los van verlangen en energie: ik kon niet wachten! En het was fantastisch: sleutels aangereikt krijgen om eindelijk zelf goed aan de slag te kunnen met de bijbel, met de grondteksten. Nieuwe inzichten die oude dogma’s vervingen: ik hoefde niet langer te herkauwen wat anderen me voorgezet hadden, maar kon zelf op ontdekkingstocht. Kreeg dat in handen wat nodig was om te beoordelen of dat wat me altijd geleerd was, wel klopte. Kleine teaser: er bleek een hoop onzin tussen te hebben gezeten.

Beginnend aan m’n studie stelde ik nog weinig vragen bij het traditionele man-vrouw-standpunt. Het had wel vaak al geschuurd, maar ik had weinig argumenten tegen de paar teksten die traditioneel werden aangereikt als het ging om het verdedigen van de stelling dat de ambten enkel aan mannen zouden zijn voorbehouden.
Dat veranderde echter toen ik zelf de gereedschappen in handen kreeg om grondig studie te doen en langzaam verschoof mijn visie hierop. Toch bleef ik mezelf nog lang kwellen met een aantal vragen: Vul ik dit niet in omdat ik dit zelf gewoon graag wil? En wat nou als ik het toch fout heb? Hoe kijkt God dan nog naar mij?

Na de geboorte van onze oudste hadden we als gezin een loodzware tijd: onze dochter huilde 12-16 uur per dag en ik moest in mijn laatste jaar theologie stoppen omdat de zorg voor haar niet te combineren viel met werk en studie. Het werd een tijd van grote vragen en diepe emoties. Alles wat vast stond in m’n leven werd losgeslagen. Het was heftig en vaak had ik het gevoel dat ik het allemaal nauwelijks nog overleefde. Twee miskramen en daarna opnieuw een loodzware tijd met onze jongste maakten dat langzaam maar zeker alle onzin uit mijn leven werd weggeveegd. Wat overbleef was kern, basis, datgene waar alles om draait. Wat overbleef was een diepe overtuiging dat God liefde is, (niet te verwarren met ‘lief’) en wat verdween was een nog altijd aanwezige drang om me te voegen naar wat anderen graag van me zagen. Ik ontdekte nu echt de vrijheid die ontstaat als je gelooft dat God vergeeft en dat die vergeving genoeg is. Niet langer hoefde ik mezelf te kwellen met de vraag of ik het wel goed deed. Ik hoefde enkel m’n hart te onderzoeken: met welke intentie doe ik dit? Doe ik dit uit liefde -voor God en voor m’n medemens? Dan mag ik ook gaan staan in de vrijheid die me gegeven is.

Het was daarmee ook dat het laatste restje twijfel verdween en ik besefte: ik ben als vrouw net zo volwaardig als mannen. Ik mag als vrouw in de kerk dezelfde taken vervullen als mannen doen, want het gaat niet om de vraag van welk geslacht ik ben, maar om de vraag welke gaven mij door God gegeven zijn.
Ik ben daarom ook erg blij dat er inmiddels veel kerken zijn die dat standpunt ook officieel ingenomen hebben. Tegelijk is er nog veel werk te doen, want de gewone gelovige heeft vaak enkel de welbekende teksten rond scheppingsorde en de zwijgteksten van Paulus gehoord als het om dit onderwerp gaat. Terwijl er zoveel meer over te zeggen valt dan dat.
Wil je daar meer over lezen, lees dan vooral onderstaande boeken: Zonen en dochters profeteren (voor een stevige duik in dit thema) of Samen met de vrouwen (als je een gewoon goed overzicht wilt en eventueel dit onderwerp wilt bespreken op je kring).

20191004_225512

 

Plaats een reactie